Best, 17 mei 2019
De meeste toeschouwers van de 3000 meter steeple chase stonden vrijdagavond, tijdens de Regio 14-wedstrijd in Best, waar het meeste spektakel te verwachten was: daar bij de waterbak. Stijn Groen (20) van AV Generaal Michaëlis debuteerde op die loop met in totaal 35 hindernissen. “Ik wist vooraf dat ik vooral m’n krachten goed moest verdelen”, kijkt hij terug. “En dat is wonderwel gelukt.”
De steeple chase of hindernisloop over 3000 meter bestaat in de huidige vorm al bijna honderd jaar. Tenminste, voor de mannen. Nog maar tien jaar geleden heeft het nummer voor de vrouwen de olympische status gekregen, nadat eerder rond de eeuwwisseling ook het polsstokhoogspringen en kogelslingeren voor vrouwen was vrijgegeven. Daarmee is de emancipatie in de atletiek voltooid.
In dat opzicht liggen er voor de tweede deelnemer van GM, Maureen de Bresser (22), volop kansen. “Ik had al eerder tijdens de competitie de steeple gedaan. En straks weer”, zegt ze met een glimlach die een vorm van vrijwillige zelfopoffering verraadt. Hoe dan ook, het zal straks tijdens de competitie punten opleveren, want veel teams zullen het nummer laten schieten. De deelname bij de vrouwen was op de Bestse atletiekbaan dan ook mager. “We moeten Maureen wel aanmoedigen”, klonk het vooraf langs de kant. En terwijl ze na afloop dankbaar een glas Erdinger aanpakt: “Samen met Stijn hebben we de donderdag ervoor nog speciaal geoefend op die hindernissen.”
Hindernissen
Tijdens elke volle ronde van 400 meter moeten vijf hindernissen worden genomen: vier balken en een balk, direct gevolgd dan door die beruchte waterbak. De balken zijn ruim 90 cm hoog voor de mannen, de vrouwen springen over ruim 70 cm. “Vergeleken met de 3000 meter vlak was ik een minuut langzamer”, analyseert Stijn na afloop zijn wedstrijd. “Ruim anderhalve seconde per hindernis.” Zijn vader Evert Groen heeft in zijn jonge jaren bij het vroegere PSV Atletiek zo’n zestig steeple-wedstrijden gelopen: “In m’n beste jaren verloor ik dan iets meer dan een seconde per hindernis.” Ook hij heeft de belangstelling voor de discipline, met de oorsprong uit de paardenrennen, terug zien lopen: “Toen was ik zo’n beetje zeventiende van Nederland, met die tijden van toen zou dat nu derde zijn.” Hij ziet de steeple als een combinatie van duurvermogen en hordentechniek. “Je moet je race heel goed indelen, je concentratie vasthouden en vlak voor elke hindernis nog kunnen versnellen om de balk ‘aan te vallen’, zo verlies je de minste tijd. Als je te snel start ben je gezien. Het herstel kan je het best vergelijken met een 10-kilometerwedstrijd.” En Stijn Groen na afloop over zijn deelname: “Het was een ‘eigen wedstrijd’, dus waarom niet meedoen? Het was leuk om te doen.”
Foto: Stijn Groen tijdens zijn debuut op de 3000 meter steeple chase (Foto, Peter Kramer)
Tekst: Pieter Grootes
