• Asterix cross
  • Oirschot cross
  • GM Baanwedstrijd
  • Prijzen Circuit 14
  • Brabantse Kampioenschappen

Hoe komt het toch dat de deelname van de meisjes A-junioren bij het crossen zo tegenvalt? Ook Sanne van Lieshout, lid van Fortuna’67 en winnares van de Drie Dorpencross in Sint Oedenrode, moet het antwoord schuldig blijven. Ze krabt zich na haar gewonnen thuiswedstrijd eens achter de oren: “Ik zou het echt niet weten.” En als iemand het zou kunnen weten, is zij het wel. Ze is zeventien jaar –‘bijna achttien’–, heeft vriendinnen van die leeftijd, geeft zelf ook training, heeft een bijbaantje in een sportzaak en loopt vrijwel alle regionale crossen. En toch, ook zij blijft met vraagtekens achter.
Sanne is zeven jaar geleden lid geworden van Fortuna’67. “Dat was via mijn oudere broer Marc”, weet ze nog. Vorig seizoen eindigde ze als eerstejaars A-junior op de derde plaats in het eindklassement van de crosscompetitie, zonder ook maar één van de negen wedstrijden te missen. “In het baanseizoen doe ik dan vooral de 200, 400 of 1000 meter”, vult ze aan.
Jos van Uden, naast Patrick Sanders een van haar trainers, herkent die gedrevenheid: “Sanne is er altijd, ze is positief en laat een training of wedstrijd alleen schieten als er een echt goede reden is.” 

Veel oefeningen
Ook Sandra Luijten (17), al bijna negen jaar lid van AV Generaal Michaëlis en de nummer twee in de wedstrijd, komt er niet echt uit: waar blijven die andere A-junioren? “Veel van mijn klasgenoten doen aan hockey of paardrijden. Als ik vertel dat ik aan hardlopen doe, denken ze gelijk dat dat heel eentonig is. Ik leg dan uit dat we tijdens de training juist heel veel verschillende oefeningen doen. Of ze kiezen liever voor een teamsport”, zei ze eerder dit jaar na de Joe Mann Bosloop. Dat van die veelvoud aan oefeningen herkent ook Sanne, als ze ’s winters dinsdag- en donderdagavond op het Rooise grasveld haar training afwerkt. “In de zomer gaan we vaak samen de weg op. In m’n eentje lopen doe ik niet, dat vind ik maar niks”, zegt de 6VWO-scholiere. “Maar ik fiets dan ook twee keer per dag ruim een half uur van en naar school in Veghel.” Vroeger heeft Sanne nog geturnd, maar ze vindt dat er uiteindelijk niets gaat boven het ‘buiten lekker bezig zijn’, zoals ze ook, net als Sandra Luijten, graag op de mountainbike stapt.

Zelf training geven 
Zo’n drie jaar geleden heeft Sanne de trainerscursus ‘assistent baanatletiek’ gevolgd. “Sindsdien train ik elke zaterdagmorgen met veel plezier een groepje pupillen”, vervolgt Sanne, die naast het vrijwilligerswerk voor haar club ook nog tijd kan vinden voor dat bijbaantje bij de Decathlon in Best. Tussen de acht wedstrijden van de Kempische Cross Competitie staan nog de vijf Rooise Crosslopen gepland, waarvan ze nu na drie crossen het klassement aanvoert.
Met Jos van Uden en Patrick Sanders heeft ze ook twee heel verschillende trainers. Jos, in navolging van zijn eigen hardloopcarrière, is vooral een voorstander van ‘werken tijdens de training’ en wedstrijden bezoeken om het resultaat te meten. Patrick daarentegen, wil de training vooral leuk maken, soms spelenderwijs. Hoe kijkt ze daar zelf tegenaan? “Op dinsdag, wanneer Jos training geeft, is het vooral hard werken. Bij de trainingen van Patrick gaat het er inderdaad iets vaker spelenderwijs aan toe, maar zeker niet minder goed!” Het is juist die afwisseling van een serieuzere training met puur rondjes lopen en een iets leukere training met verschillende spelvormen, die zorgt dat Sanne altijd met veel plezier naar de training gaat. “De ene training zorgt ervoor dat je flink moe wordt en het beste uit jezelf haalt, die andere training staat garant voor gezelligheid en plezier. Beide kanten vind ik belangrijk voor een goede training. Ik kijk er elke keer weer naar uit.”

Foto: Sanne van Lieshout (rechts) met Sandra Luijten (Foto, Henk Knapen)