• Asterix cross
  • Oirschot cross
  • GM Baanwedstrijd
  • Prijzen Circuit 14
  • Brabantse Kampioenschappen

Enkele jaren geleden was het de toploper in onze regio. De blanke Keniaan werd hij wel genoemd. Voor Runnersplaza schreef hij in 2010 een artikel dat nu nog steeds als een paal staat. Met zijn toestemming plaatsen we het nog maar eens om de huidige generatie hardlopers weer wat wijzer te maken en aan te sporen om vooral toch aan de laagdrempelige crossen in onze regio mee te doen.

Scheuren als een jonge hond

LucKrotwaarIn de zomer van 1984 werd alles anders. Opgegroeid in Eindhoven verhuisde ik met ons gezin mee naar Reeuwijk. Een klein dorp met haast geen bal te doen. Hoewel, er waren eigenlijk 2 dingen met een bal te doen; voetbal en tennis. Deze sporten deed ik in Eindhoven ook. Voetbal al een paar jaar geleden, dus probeerde ik mijn geluk op de tennisbaan. Veel aanspraak had ik daar niet. Eerst dacht ik nog dat ze geen Brabants verstonden of mijn Reeuwijks ‘onwijs’ slecht was. Later bleek dat tennis in Reeuwijk een snobistische onderstroming kende. Dat werd me duidelijk op het moment dat het sociale klimaat zienderogen opknapte omdat ik aan de gegoede kant van het dorp bleek te wonen. En hetzelfde moment dat ik afknapte op de sport tennis. Het was dit breekpunt dat het mogelijk maakte iets nieuws te proberen. Ik verruilde het gravel van de tennisbaan voor dat van de atletiekbaan. Bij de eerste kennismaking was er een instuifwedstrijd aan de gang. “Je kunt wel meedoen aan de 3000 meter als je wilt, die begint zo”, zei de trainer. 10 minuten na het startschot was ik atleet.

Bovenstaande anekdote illustreert het belang van een lage drempel om je thuis te kunnen voelen bij een vereniging. Als ik chronologisch verder zou vertellen, zou ik verhalen over het winterseizoen dat voor de deur stond. De Goudse Crosscompetitie om preciezer te zijn. Omdat deze cyclus van lokale veldlopen me hielp om mijn talent te ontwikkelen tot nationaal nivo en daarmee een innerlijke ambitie te ontdekken.

Liever keer ik nu terug naar het heden. Op het moment van verschijnen van dit artikel staat er ook een lokale crosscompetitie voor de deur. Op deze site vindt je o.a. informatie over deze wedstrijden/trimlopen die worden georganiseerd in 8 verschillende parels van de Kempen. De hamvraag is; “wat heeft dat nou eigenlijk voor zin om door het bos te scheuren?” Awel… Hardlopen bestaat uit een gesloten bewegingspatroon. Zeker voor recreatieve lopers die altijd op asfalt trainen gaat dit op. Als je een monotone sport doet dan past je lichaam zich hierop aan. Een bodybuilder zie je na verloop van tijd zich niet meer wagen aan een partijtje squash en een marathonloper niet aan een limbodans.

Hardlopen tijdens een cross brengt met zich mee dat je voortdurend met de ondergrond ‘bezig’ bent. Je loopt op een oneffen ondergrond waarbij je meestal geen vrij zicht hebt door de loper voor je of bij het bochtenwerk. Het gevolg is een manier van lopen waarbij de automatische piloot afstaat. Voortdurend anticipeer je en de loopbeweging is daarmee eerder open dan gesloten. Dit verbetert de timing van de landing en je loopeconomie. Je wat?

Veel lopers doen tegenwoordig aan rompstabiliteit. Deze oefeningen hebben als doel het verbeteren van je loopeconomie en blessurepreventie.

Evenveel lopers hebben in meerdere of mindere mate een hekel aan deze oefeningen. Daarom zetten alleen de meest fanatieke en ambitieuze lopers ze regelmatig op het programma. Een verbeterde loopeconomie wil zeggen dat je met dezelfde conditie als je trainingsmaat of tegenstander toch sneller loopt! Het goede nieuws is dat regelmatig meedoen aan veldlopen en regelmatig trainen op zachte ondergrond in bos en veld de meest specifieke manier is om rompstabiliteit te trainen. Dan kan thuis dat oefenmatje opgerold onder het bed blijven liggen…

Er is wel een letterlijke valkuil bij het crossen waar ik niet omheen wil. Deze valkuil heet gewenning. Als je nooit in het bos oefent en je doet niet met enige regelmaat aan veldlopen, dan is je lijf er dus ook niet op aangepast. Het gebrek aan coördinatie, nodig om plotselinge richtingsveranderingen op te vangen bij een duwtje of om onverwachte correcties te doen op oneffen ondergrond, heeft dan juist veel sneller een blessure tot gevolg. Wat dus ná oefening en gewenning blessure preventief en prestatie bevorderend werkt, is vragen om moeilijkheden wanneer je gewoon maar in het diepe springt. Ook aan specifiek schoeisel als spikes moet je wennen. Als je hiervoor kiest, probeer ze dan eerst alleen eens uit na een duurloop of tempotraining om er een paar versnellingen op te doen. Voer de gewenning verder op door het dragen ervan in de weken daarna uit te bouwen van wat blokjes van 1 minuut richting blokken van 5 minuten. Daar kun je een periode van 6 weken voor uittrekken.Nu zijn je voeten en achterste strekketen voldoende eraan gewend om er een hele wedstrijd op te kunnen vlammen.

Naast de prestatiebevorderende voordelen van crossen, blijft het ook gewoon leuk. Veel wedstrijdlopers volgen nauwgezet een trainingsschema. Trainingen worden uitgevoerd volgens schema en weg- en baanwedstrijden worden gelopen met vooraf bepaalde strategieën. (Het heeft ook echt wel veel voordelen om je de meeste trainingen te beheersen.) Juist dan is het oh zo lekker om een berekenende en beheerste manier van lopen in het weekend een keer overboord te gooien. Bij een bostraining (vaartspel) en crosswedstrijd past geen perfectionisme en ratio, daarvoor zijn er teveel onberekenbare factoren. Als je geest en lichaam het toestaan, vlieg er dan gewoon lekker in. Laat die trainer maar lullen over zones en hartslag. Tijdens een vaartspel en cross zijn we allemaal, 5 of 50 jaar, jonge honden die vrijuit scheuren door het bos!

Tenslotte wil ik graag het laagdrempelige karakter benadrukken van het deelnemen aan de Kempische Crosscompetitie. In de 80-er jaren deden aan de Goudse Crosscompetitie alleen wedstrijdlopers- en loopsters mee, dat betekent dat alle deelnemers een wedstrijdlicentie hadden bij de Atletiekunie. Nu kan echt iedereen meedoen. Spikes zijn niet nodig, een lidmaatschap ook niet. Ouders en grootouders, trek de kinderen van de bank. En omgekeerd natuurlijk.